De beste opbouw komt van binnenuit

Opbouwen is een kunst op zich. Het is een reis die vormgegeven wordt met het nemen van kleine stapjes. Soms gaat het lekker en maak je stappen, de andere periode val je terug of stagneert de opbouw. Het is mede daarom aan te raden samen met een coach of therapeut een opbouw vorm te geven.

Op welke manier je de opbouw ook vormgeeft er is altijd 1 vuistregel:

De beste opbouw komt van binnenuit

Dit betekent dat ik altijd pas met een opbouw begin als ik merk dat een cliënt hier klaar voor is. Dat er innerlijk ruimte gevoeld wordt om die stap te kunnen gaan maken of het gevoel daar is dat je er zin in hebt om weer aan het werk te gaan. Dat is hét signaal!

Als je op gaat bouwen omdat een werkgever je druk oplegt of dat je het anders financieel niet trekt, dan zijn dat externe factoren die ervoor zorgen dat je aan een opbouw begint. Dit is meestal een slecht scenario om een opbouw mee te beginnen.

Als je niet voelt dat je zin hebt om werk op te gaan pakken, dan ga je verderop in je herstel vastlopen.

De beste opbouw komt van binnenuit betekent ook dat het werk waar je naar opbouwt jou ook zin geeft. Anders gezegd: als je je werk niet leuk vindt dan doet dat iets energetisch met je. Je gaat in je opbouw stagneren. Je moet dus eerst eerlijk naar jezelf kunnen zijn om te kijken of je nog wel naar deze plek wilt gaan opbouwen.

De opbouwfase kan je indelen in verschillende fases:

·       Begin van de opbouw

·       Het middenstuk

·       Eind van de opbouw

In het begin wordt vaak de fout gemaakt om meteen de opbouw vorm te gaan geven in hoeveel uur je per week of weken gaat opbouwen. Belangrijker is echter dat je eerst gaat aanvoelen hoe het is om überhaupt op het werk te zijn. Ga eerst eens koffiedrinken of informeel langs op het werk. Hoe voelt het om daar de deur weer open te doen?

Ik vergelijk dit met het ingaan van een zwembad op de camping waar je net bent aangekomen. Je gaat eerst met je tenen in het water om aan te voelen hoe koud of warm het is. Daarna kan je ervoor kiezen de diepte in te gaan.

Als je een periode aangevoeld hebt hoe het is om op het werk te zijn kan het goed zijn om een stappenplan te maken met je bedrijfsarts of ergotherapeut. De valkuil hierbij is is dat er teveel gekeken wordt naar kwantiteit, dus hoeveel uren je werkt en met welke stappen je opbouwt. Kwaliteit is net zo belangrijk in de opbouw.

Kwaliteit van de activiteit betekent dat je dingen doet in de uren dat je op het werk bent waar je blij van wordt. Wat is hetgeen aan je werk waar je energie instopt en er ook energie voor terugkrijgt? Dat zijn de activiteiten die je als eerste oppakt. Doe je dat niet en ga je energievretende taken doen, dan is de kans groot dat je stagneert in je herstel. Let dus op zowel de kwaliteit als kwantiteit van de activiteit.

Het middenstuk:

Hierin is het belangrijk dat je je stappen rustig volgt. Ga niet te snel of te langzaam. Bij elke stap die je maakt is het goed te kijken naar of het goed voelt voor je om die stap te gaan maken. Als je lichaam tegensputtert bij het denken aan dat je volgende week er twee uur meer gaat werken, dan is de tijd nog niet daar op die stap te maken. Blijf dan een tijdje op het niveau zitten waar je nu zit en bouw op als je voelt dat je er klaar voor bent.

De eindstreep:

Richting het einde van de opbouw gaat het erom dat je niet te snel naar de finish gaat. Blijf bij je opbouwplan. Teveel mensen laten juist die opbouw los terwijl het nog structuur kan geven naar de finish toe. Je bent zover gekomen omdat je steeds kleine stapjes hebt gemaakt. Blijf die dus ook maken. Het zou zonde zijn als je je voorbij rent in die laatste meters.